Vink ssp coelebs
De Vink is een kleine zangvogel die je makkelijk kunt horen zingen met zijn zang vol tonen als een waterval.
Dat bijna alle vogels een nest bouwen mag duidelijk zijn.
Maar wist je dat veel vogels spinrag gebruiken voor hun nestbouw?
Vooral kleine vogels kunnen dat doen, zo ook deze Vink.
Zonder spinnen dus geen solide nest. Spinnen ruimen b.v. veel muggen op en zijn zelf voedsel voor veel vogels, maar daarnaast gaat zelfs de spinrag niet verloren lees je wel.
Bijgaand een serie van acht foto's van een Vink vrouw op 1 mei, die in de vork van een boom aan een bosrand haar nest bouwt.
Daarbij zie je beelden van de vogel met mos in haar snavel, waar ze haar nest hoofdzakelijk mee bouwt, maar ook beelden dat ze spinrag in haar snavel heeft en daarmee alles goed en compact metselt.
Tussendoor drukt deze vrouw het nest regelmatig goed aan om zo de diepte te controleren en om alles goed vast te zetten.
Graag wil ik er op attenderen dat nestfotografie de meest verstorende factor is onder vogelfotografie.
Aan deze shoot ging dan ook veel voorbereiding vooraf, om deze Vink niet te storen tijdens haar bouw.
Middels de foto's met bijbehorend verhaal, wil ik ik graag deze kennis delen wat hopelijk leidt tot meer inzicht en dus respect voor vogels.
Veel kijkplezier!
Wetenswaardigheden over de Vink ssp coelebs:
Engelse naam: Eurasian Chaffinch ssp coelebs
Wetenschappelijke naam: Fringilla coelebs coelebs
Maximale waarden (bij benadering):
Lengte: 14 cm; spanwijdte: 27 cm; gewicht: 25 gram; leeftijd: 12 jaar.
Herkenning:
De Vink is een zangvogel, waarbij de man in het broedkleed herkenbaar is aan de blauwgrijze kap welke doorloopt tot in de nek en de blauwgrijze snavel.
Ook beschikt deze over een wijnrode borst en oranjerode wangen, heeft een roodbruine rug en bezit een groene stuit.
De vrouw heeft groen- en bruintinten in haar kleed.
Typerend voor deze soort zijn ook de twee witte vleugelstrepen.
Leefomgeving:
De Vink kan worden aangetroffen in bossen met open plekken, in parken met bomen en foeragerend op akkers.
Voedsel:
Het voedsel van de Vink bestaat o.a. uit: zaden, noten, insecten, rupsen en knoppen.
Nest:
Het nest wordt door de vrouw in een vork van een boom gemaakt of in een hoge struik en bestaat o.a. uit mos, korstmos, donsveren en spinrag.
Bij de bouw voert de vrouw continue nieuw materiaal aan, dat regelmatig met spinrag wordt vastgezet.
Tussen deze handelingen door drukt de vrouw vaak met haar lijf het nest aan, om de diepte te beoordelen en tevens voor de stevigheid.
Een legsel bestaat uit 4-7 eieren. Tot 2 legsels per jaar.
Trek:
Een deel van de Vinken in Nederland trekt voor de winter weg richting het Zuiden (Spanje/Noord-Afrika) en naar Engeland.
Bijzonderheden:
Vinken kan men vaak in groepen aantreffen onder beuken, waar ze naar beukennootjes zoeken.
De Vink kent wereldwijd zeven ondersoorten.